Nieuws in de marge

Tuesday, September 15, 2009

Vlaamse drinkwaterbedrijven vergelijken hun prestaties

De Vlaamse drinkwatersector heeft een proces van benchmarking opgestart. De Vlaamse drinkwatersector wil met deze nieuwe benchmark haar prestaties volgens een beproefde methodologie meten. De gemeten prestaties worden nauwkeurig met elkaar vergeleken om zo te kunnen nagaan waar er verschillen optreden. Sommige verschillen zullen kunnen verklaard worden door gekende factoren. Voor structurele verschillen zullen de drinkwaterbedrijven dieper moeten gaan kijken naar hun aanpak en hun organisatie. En dit is dan juist de derde en belangrijkste stap in dit verhaal. De uiteindelijke bedoeling is dat drinkwaterbedrijven leren van elkaar Samenwerking Vlaams Water is fier op de resultaten van het eerste deel “financiën en efficiëntie”. De bedrijfsvergelijking van de Vlaamse drinkwaterbedrijven geeft een duidelijker inzicht in de prestaties van de Vlaamse drinkwatersector. Het gaat hierbij alleen om de drinkwateractiviteiten. Andere activiteiten zoals het beheer van het rioleringsstelsel of de zorg voor de afvalwaterzuivering maken geen onderdeel uit van deze bedrijfsvergelijking.

De totale omzet van de Vlaamse drinkwatersector bedraagt circa 910 miljoen euro in 2007 en geeft rechtstreeks werk aan ruim 3.300 personen. De totale drinkwateromzet van de Vlaamse watersector in 2007 bedraagt ruim 530 miljoen euro. De gemiddelde drinkwaterprijs voor een huishouden met een verbruik van 130 m3 per jaar en drie personen is € 1,38 per m3. De minimum prijs in Vlaanderen voor deze modelsituatie is € 0,95, de maximum prijs ligt op € 1,76. Deze situatie is vergelijkbaar met Nederland en lager dan deze in Brussel en Wallonië. De Vlaamse drinkwaterbedrijven verschillen onderling sterk in het type van verzorgingsgebied (landelijk versus verstedelijkt), de gebruikte waterbron (grondwater, oppervlaktewater, effluent), de verhouding tussen eigen productie en inkoop, het aantal klanten, de totale hoeveelheid water die wordt geleverd en het aantal aftakkingen. Dit weerspiegelt zich in de kostenstructuur.

Operationele kosten (70 tot 80 %) zijn het belangrijkste, de overige kosten zijn afschrijvingen en vermogenskosten. Bij de verdeling van de operationele kosten blijkt dat het waterproductieproces, het distributieproces en ondersteunende diensten de drie voornaamste processen zijn wat betreft de kostenverdeling. De hoogte van de distributiekosten is mede afhankelijk van het karakter van het voorzieningsgebied. In de stad is de intensiteit van het aantal actieve elementen, zoals brandkranen, per kilometer distributienet hoger dan op het platteland. Een landelijk gebied is uitgestrekt en vraagt veel kilometers leiding voor relatief beperkte leveringen. Ook het opvangen van piekverbruiken in toeristische gebieden verhoogt de kosten van het distributieproces. De initiatiefnemers willen in de eerste plaats dat elke burger dagelijks zuiver en lekker drinkwater gebruikt tegen een aanvaardbare en correcte prijs.

Labels: ,